Wonen op het wiegende water

Een woonboot, het doet veel mensen wegdromen. Van een vrijer, ongebonde leven met minder beslommeringen, minder verplichtingen en zeker ook minder kosten. Dat beeld klopt dan misschien wel ten dele, toch zijn er heel wat zaken waar je maar beter rekening mee houdt voor dat je eraan begint.

Droom je ook van een (drijvende) woonplek? Je leeft er toch een tikkeltje anders, een vleugje bohemien, wat buiten de maatschappij van alledag. Bovendien zien woonboten er vaak prachtig uit, of heb je een gigantisch ruimte tot je beschikking die je naar believen kunt invullen. Het lijkt vaak ook nog een stuk goedkoper dan wonen in een huis. En heb je het allemaal zo’n beetje gehad met de plek waar je woont, dan licht je gewoon het anker en vaar je de ondergaande zon tegemoet.

Vaarbewijs

Dat laatste is eigenlijk al meteen de eerste reality check. Een woonboot moet in ons land in principe dan wel kunnen varen, maar bij velen ervan is dat niet zo’n makkelijke klus. Bovendien heb je daarvoor in de meeste gevallen een vaarbewijs nodig. Voor de vijfjaarlijkse verplichte controle laten velen zich gewoon slepen naar het droogdok. En de tijden dat je je boot ongeveer kon aanleggen waar je wenste, zijn ook lang voorbij.

Concessie

Wie zich op een woonboot wil domiciliëren, moet een vaste ligplaats hebben (je ‘adres’). En dat is meteen ook een tweede moeilijkheid: in Vlaanderen zijn er maar zo’n 250 van die plekken, en die zijn nagenoeg allemaal bezet. Bovendien betaal je per opbod voor zo’n concessie: je doet een bod van meer dan 6.000 euro onder gesloten omslag. Je hebt die concessie dan meestal voor negen jaar, maar ze wordt na die tijd kosteloos verlengd. De concessiekost is dus eenmalig. De makkelijkste manier om aan een concessie te geraken, is door een boot met concessie te kopen.

Verre horizonten

Dat je een concessie hebt en er gedomicilieerd bent, betekent overigens niet dat je dan niet mag varen. Om wettelijk in orde te zijn moet je minstens zes maanden op je ‘thuisadres’ zijn, de rest van de tijd mag je andere horizonten opzoeken. Je kunt er ook voor kiezen om geen concessie te nemen en de hele tijd te varen. Je hebt dan wel een referentieadres nodig voor officiële post. En op Vlaamse waterwegen kun je maar op een beperkt aantal plaatsen aanleggen. In jachthavens kun je voor langere tijd terecht, op aanmeerplaatsen enkele dagen, en op aanlegplaatsen niet meer dan 24 uur.

Goedkoper …

Fijn natuurlijk, wonen op of zwerven over het water. Maar de hamvraag voor velen is wellicht: is het een goedkopere manier van wonen? Het goede nieuws is: een boot is over het algemeen een stuk goedkoper dan een huis of appartement, al zijn er uiteraard ook erg dure exemplaren. Daarnaast is een boot ook geen onroerend goed (je kunt hem immers verplaatsen, in tegenstelling tot een normale woning) en dus betaal je geen onroerende voorheffing, kadastraal inkomen en notariskosten.

… maar toch wel wat kosten

Daarentegen staat dat lenen voor een boot moeilijk kan zijn. Sinds enige tijd kun je in bepaalde gevallen wel een hypothecaire lening afsluiten, maar informeer je daarover vooraf goed. En anders kun je ook een (veelal duurdere) persoonlijke lening aangaan. Bovendien is je ligplaats niet gratis: naast de (eenmalige) concessie betaal je ook nog eens liggeld, vaak 150 à 200 euro per maand, voor de huur van de infrastructuur waarvan je gebruikmaakt, zoals aansluiting voor elektriciteit, water en riool. Daarnaast betaal je natuurlijk ook voor je verbruik, zoals in een gewoon huis.

Administratie

Ook de meeste aanmeer- of aanlegplaatsen zijn niet gratis, en om in Vlaanderen te varen heb je nog een waterwegenvergunning nodig. Een belangrijke kost is daarnaast de vijfjaarlijkse controle (al snel enkele duizenden euro’s) en het eventuele bijbehorende onderhoud. Dan moet je nog een bootverzekering en een immatriculatieplaat hebben, en wie gaat varen moet volgens het scheepvaartreglement ook flink wat uitrusting aan boord hebben. Heel wat kosten, administratie en regeltjes dus, waardoor wonen op het water wellicht niet echt zoveel goedkoper en vrijer is dan wonen aan de wal.

Koud hè!

Wat dan weer niet vereist is voor een woonboot, is een EPC-attest. Handig misschien, denk je? Toch zorg je er maar beter voor dat de woonruimte in je boot zeer goed geïsoleerd is, want door het dunne laagje metaal dat je scheidt van het water kan het er in de winter koud worden.

Een gouden tip: boek eens een paar nachten in een woonboot om de ervaring aan den lijve te ondervinden. Misschien ben je helemaal verkocht of besef je nadien dat een eenmalige ervaring volstaat.