Sfeerlicht voor de donkere dagen
Tijdens de donkere herfst- en wintermaanden willen we het extra knus en comfy maken in huis. En verlichting speelt daarbij een cruciale rol. Met deze tips breng je sfeer en gezelligheid op momenten dat je daar het meeste nood aan hebt.
Winteravonden in huis: het eerste waar een mens dan aan denkt, zijn kaarsen. Zoveel warmer en gezelliger dan elektrisch licht. Helaas pindakaas: de gezellige vlammetjes zorgen niet alleen voor brandgevaar, maar zijn ook nog eens slecht voor de luchtkwaliteit. Door de verbranding komen immers roet, fijnstof en heel wat vluchtige organische stoffen in de lucht. Longspecialisten raden dan ook aan om niet meer dan één of twee kaarsen te branden per dag (en dan nog niet al te lang), en het liefst zelfs geen.
Ledlampjes
Gelukkig zijn er veel valabele alternatieven: er zijn heel wat namaakkaarsen met ledlampjes die niet of nauwelijks van echte te onderscheiden zijn (toegegeven: er zijn ook exemplaren die er wel heel knullig en fake uitzien). En steeds vaker verbergen ze ook hun herkomst niet, en heb je mooie decoratiestukken met zichtbare ledlichtjes die dan misschien niet lijken op kaarsen, maar wel hetzelfde warme licht verspreiden. Je oude oosterse lampen of (grote) windlichten hoef je overigens niet weg te doen: in plaats van kaarsen stop je er een snoer kerstlampjes in. Sfeer verzekerd!
Flakkerend vuur?
Een andere winterse sfeermaker: een haardvuur. Weinig dingen zijn rustgevender dan flakkerende vlammen. Alleen: wat al geldt voor kaarsen, geldt uiteraard nog veel meer voor een haard, en bovendien vervuil je er ook nog eens de (buiten)lucht van de buren mee. Een vuur achter glas in een kachel of inbouwcassette presteert al beter, maar ideaal is het toch nog niet. Bovendien hebben heel veel huizen en al zeker appartementen geen schoorsteen meer. Weg dus die droom van een flakkerend vuur op een koude winteravond? Toch niet.
Elektrische haard
Voor een bio-ethanolvuur heb je bijvoorbeeld geen schoorsteen nodig, omdat het geen rook en roet produceert. Bovendien heb je verschillende soorten branders, die je in een bestaande haard of kachel kunt verwerken. Al zijn er ook nadelen: bio-ethanol vervuilt de binnenlucht (ongeveer evenveel als een paar kaarsen, volgens sommigen) en veel warmte geeft het niet. Wie het alleen om de schoonheid van de vlammen te doen is, kan ook voor een elektrische haard gaan. Sommige zijn nauwelijks van echt te onderscheiden. En er zijn er zelfs die toch warmte geven met een ingebouwd elektrisch element.
Dimmen!
Al hebben we natuurlijk meer nodig dan kaarsen en vuur. Dé tip voor knusse winteravonden is wellicht dimbaar licht. Feller licht dat je bijvoorbeeld nodig hebt boven een eettafel of op een thuiswerkplek, kun je op het einde van de dag zo in een handomdraai veranderen in gedempte sfeerverlichting. Als teken dat de drukke werkdag voorbij is. Het grote voordeel is ook nog dat je geen aparte lampen nodig hebt voor functionele verlichting en meer sfeervol licht. Een ideale manier om een sobere, rustgevende inrichting te combineren met een warme, cosy sfeer.
Lumen? Kelvin? Watt is dat?
Wie toch liever aparte schemerlampen heeft, kiest beter voor lampen met een lage wattage. Steeds vaker wordt de lichtsterkte ook in lumen uitgedrukt. Een ledlamp van 2 watt, zo’n 100 à 150 lumen, komt overeen met een gloeilamp van 15 watt, en een ledlamp van 4 watt of 200 à 300 lumen met een gloeilamp van 25 watt. Niet geschikt om een boek te lezen, wel om gezellig onder een dekentje tv te kijken of muziek te luisteren. Meestal staat er ook een kelvinwaarde op de ledlamp, die de kleurtemperatuur uitdrukt. Ook hier geldt: hoe lager, hoe warmer. Tussen 1.700 en 2.700 kelvin zit je goed als je op zoek bent naar warm, gezellig sfeerlicht.
Spots
Ook indirect licht zorgt voor een instant warme sfeer. Indirecte verlichting die bijvoorbeeld je muren of (een deel van) je plafond zacht uitlicht. Zijn spots dan uit den boze, wegens fel en direct licht? Niet noodzakelijk. Zelfs in een gedempt interieur kan het een mooi effect opleveren om een bijzonder object, zoals een beeldje, een schilderij of een boekenkast, feller uit te lichten. En ook dimbare spots, bijvoorbeeld in het plafond, kunnen voor avondlijke of nachtelijke rust zorgen als ze lager worden gedraaid.