Je eigen moestuin starten doe je met deze tips en tricks
Met een eigen moestuin haal je verse en goedkope groenten in huis. Bovendien is het ook gewoon leuk en gezond om wat tussen de groentjes te staan schoffelen. En bijwijlen zelfs hip. Een kleine handleiding voor een succesvol tuintje.
Zie de zaken niet te groot als beginnende hovenier, want een eigen moestuin vraagt wel wat werk. Er moet gezaaid, geplant, gewied, bemest en begoten worden. Elke dag is er wel wat te doen. Om te vermijden dat je nieuwe hobby al snel een corvee wordt, kies je het best geen al te groot lapje grond uit, en start je met een beperkt aantal groenten. Laat je ook niet uit het veld slaan – of uit de tuin in dit geval – als niet alles even goed lukt. Dat ligt niet (alleen) aan jou. Sommige groenten willen nu eenmaal niet groeien op bepaalde plaatsen.
Moestuin beginnen: locatie, locatie, locatie
Kies een zonnige plek uit in de tuin. De meeste groenten staan namelijk graag in de schijnwerper, al zijn er ook wel die wat schaduw verdragen. Plekken die te lang te nat zijn, zijn ook niet geschikt. Daar slibt de grond immers dicht en wordt het moeilijk om er wat in te kweken. Heb je geen tuin, is hij te klein of vind je niet echt een geschikte plaats? Geen nood, met potten, bakken en vierkantemetertuintjes op het terras kan de beginnende moestuinier al een verrassend mooie oogst binnenhalen.
Voetjes in de aarde: ken je grond
Zoek uit welke bodem je hebt, en welke planten daar al dan niet in gedijen. Grosso modo heb je drie categorieën: zand, leem of klei. Probeer geen groenten te kweken die het niet goed doen in jouw type grond. Laat je evenwel niet intimideren door tuinboeken en -sites die je al snel om de oren slaan met de pH-waarden van je grond, de mineralenbalans en bijbehorende laboratoriumonderzoeken. Allemaal goed en wel voor doorgewinterde moestuiniers, maar de kleine hobbytuinder komt al een heel eind met enkele basisregels en een beetje experimenteren.
Welke gewassen kiezen?
Denk op voorhand zeker even na over wat je wilt kweken. Het is erg leuk om basisvoedsel in je tuin te hebben, genre aardappelen, wortelen, uien, prei, sla. Anderen kiezen dan weer liever voor speciale groenten, die je minder gemakkelijk in de supermarkt vindt of die er duur zijn. Vergeet ook zeker de kruiden niet: met verse, zelfgekweekte kruiden smaakt elke maaltijd gegarandeerd beter. En waarom tussen de vaste planten in de tuin niet hier en daar doorlevende groenten of kruiden zetten, zoals aardpeer, rabarber, bieslook of de onvolprezen lavas?
Zaaien of planten?
Eindelijk kunnen de plantjes de grond in. Kies je voor zaaien of planten? Kleine plantjes kopen op de markt of in de speciaalzaak is natuurlijk het makkelijkst. Je stopt ze de grond in en klaar, en je tuintje ziet er al meteen mooi en veelbelovend uit. Zaaien geeft dan weer meer voldoening, om te zien hoe uit bijna niets een hele plant groeit. Maar het is meestal ook een stuk moeilijker. In de praktijk zal de beginnende moestuinier beide combineren: zaaien wat makkelijk is (uit zaadjes van een supermarktpaprika kweek je zo nieuwe plantjes) en kopen wat iets meer kunde vraagt.
Thuiskweek? Biologisch, natuurlijk
Iedereen wil natuurlijk gezonde, mooie en Instagram-waardige planten in zijn tuintje. Maar vermijd pesticiden, herbiciden en kunstmeststoffen. Ze zijn ooit uit de grootschalige landbouw onze moestuinen binnengedruppeld, maar dragen daar volgens kenners weinig bij. Integendeel, ze vernietigen het bodemleven, en brengen gif in je idyllische plekje. Plagen bestrijd je beter met combinatieteelten en tal van huis-tuin-en-keukenmiddeltjes.
Bodem verrijken en beschermen
Je bodem verrijk je met compost uit je eigen compostbak of -hoop en met organische mest. Vergeet ook niet te mulchen: je bodem bedekken met organisch materiaal als houtsnippers, stro of compost, om hem te beschermen tegen uitdroging, uv-stralen of stortregen.
Dorst, veel dorst
Zorg ten slotte voor voldoende water in je tuin. Met één of meerdere regentonnen, zodat je geen leidingwater hoeft te gebruiken. Vooral planten in potten en bakken moeten heel regelmatig begoten worden. Die in volle grond kunnen dan wel dieper op zoek naar vocht, maar hebben zeker ook baat bij regelmatig een flinke geut. Giet zo dicht mogelijk bij de basis van de plant. Dat is niet alleen het efficiëntst, sommige planten houden ook echt niet van nattigheid op hun blaadjes.
Vergeet daarbij ook zeker jezelf niet te begieten: een aperitief in je moestuin in de avondzon, terwijl op tafel kraakverse, zelfgekweekte groenten verschijnen. Veel zaliger wordt het niet.