Is houtskeletbouw de beste oplossing voor jouw project?

Ooit waren bijna alle huizen in onze contreien voornamelijk opgetrokken uit hout, met slechts hier en daar een zeldzaam exemplaar in bak- of natuursteen. Nu is het omgekeerd: houten huizen zijn erg schaars, terwijl de techniek van de houtskeletbouw toch verrassend veel voordelen heeft. Wat er wellicht voor gaat zorgen dat hout in de toekomst weer vaker gaat opduiken in de woningbouw.

Het woord zegt het zelf al: bij houtskeletbouw wordt met houten balken een skelet van de woning opgetrokken, dat vervolgens met houten platen aan de binnen- en buitenzijde wordt dichtgetimmerd. De ruimte daartussen wordt opgevuld met isolatie. Omdat hout bij ons nog vaak een goedkoop imago heeft – voor velen is het een materiaal voor chalets en weekendhuisjes, niet voor een echte woning – krijgen de gevels dikwijls nog een voorzetsteen. Zo ziet je huis er dan wel gemetseld uit, maar heeft het eigenlijk een hart van hout.

Tijd is geld

Het eerste wat opvalt bij woningen in houtskeletbouw, is de snelheid van het bouwproces. Timmeren schiet nu eenmaal sneller op dan metselen. En bovendien kunnen heel wat grote onderdelen in een werkplaats vervaardigd worden, zodat ze op de bouwplaats enkel nog gemonteerd hoeven te worden. Dat bespaart niet alleen tijd, maar ook geld. Er moeten immers minder arbeiders met al hun werkgerief van en naar de werf vervoerd worden. Toch is houtskeletbouw daarom niet per se goedkoper, want hout is dan weer duurder dan staal en beton.

Goed geïsoleerd

Nog een voordeel van hout is dat het niet alleen warm aanvoelt, maar ook echt goed isoleert. En de ruimte binnen in de wanden kan bovendien gemakkelijk en efficiënt opgevuld worden met isolatiemateriaal. Zo krijg je met een relatief dunne wand toch al snel een erg hoge isolatiewaarde. Opgelet: hout heeft wel een lagere thermische inertie dan steen, waardoor het minder warmte buffert. Dat betekent onder andere dat een houten huis in de zomer sneller opwarmt, maar ’s nachts ook sneller weer afkoelt. Wat zeker een extra aandachtspunt moet zijn bij het ontwerp. Net als akoestische isolatie overigens, een houten huis is immers gehoriger.

Brandveilig

Een ander aandachtspunt is brandveiligheid. Tenminste, daar ga je als leek van uit, want experts stellen dat een houten huis niet gemakkelijker brandt dan een ander. Integendeel. Wie wel eens een vuurtje stookt, weet dat massief hout eigenlijk nauwelijks brandt maar veeleer opsmeult, en dan nog heel traag. De houten onderdelen zitten bovendien grotendeels afgeschermd achter gipsplaten en chape. Bovendien is het bij een woningbrand eerder de inboedel die in vlammen opgaat. En de hitte die daarbij vrijkomt, is voor een pand met een stalen of betonnen structuur minstens zo gevaarlijk als voor een houten gebouw.

Flexibel

Een houten huis is ook flexibel. Leidingen kunnen bijvoorbeeld gemakkelijk aangepast worden, ruimtes uitgebreid of anders ingedeeld, wat in een gemetselde of een betonnen structuur veel lastiger is. Doordat de constructie licht is, is ze bovendien vaak geschikt voor minder evidente plekken, zoals boven op een bestaand gebouw, en heb je een minder zware fundering nodig, soms volstaan zelfs schroefpalen. Is je woning klaar, dan kan je er ook meteen in: doordat er ‘droog’ gebouwd wordt, hoef je niet te wachten tot het vocht weggetrokken is en zit je ook niet met die typische nieuwbouwgeur.

Duurzaam

Wel is het in een houten huis oppassen geblazen voor schimmelvorming en rotting. Al is dat relatief: recent onderzoek toont aan dat houten gebouwen die goed zijn geplaatst en correct worden onderhouden minstens even lang meegaan als stenen woningen. Houtskeletbouw zou een minimale levensduur hebben van 75 jaar, wat vergelijkbaar is met traditionele bouw. En het kan nog een stuk langer: in onze oude binnensteden vind je hier en daar nog houten huizen die er al staan sinds de middeleeuwen.

Ecologisch?

Over het ecologische aspect van houtbouw is er dan weer discussie. Volgens voorstanders moeten we veel meer met hout bouwen, omdat het een materiaal is dat CO2 opslaat. Tegenstanders wijzen er dan weer op dat we oude bomen net om die reden beter laten staan: ze nemen CO2 immers veel massaler en efficiënter op dan kleine, jonge boompjes. Bovendien vrezen ze dat veel bossen gaan veranderen in bosplantages, die op het gebied van biodiversiteit slechter scoren. Anderzijds zou het aanplanten van nieuwe productiebossen weer wel een positief effect hebben. Kies dus altijd voor FSC-gelabeld hout.